Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [43]Nog ben ik hun een smaad; als zij mij zien, [44]zo schudden zij hun hoofd. 43. Dat is, zij bespotten mij in plaats daar zij medelijden over mijne ellende behoorden te hebben. 44. Tot een teken van verachting. Zie de aantekening bij 2 Kon.19:21. Zie ook hfdst.22 vs.8; Job 16:4; Matth.27:39,40; Mark.15:29.